Rich life - Rijk leven

http://nellyvanderbas.blogspot.com/

Leven van een christen vanuit Jezus Christus door het geloof

Anonymous

Al ging ik ook in een dal..., (Psalm 23)

2020-05-1005:37

Nelly v/d Bas

Al ging ik ook in een dal van de schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. Psalm 23:4.

Naar de bergweiden

Alleen de herder brengt de schapen naar de bergweiden, dat mogen huurlingen niet doen.
In de zomer zullen de schapen in de directe nabijheid en persoonlijke zorg van hun herder doorbrengen.
Lange dagen waar de schapen maar langzaam vorderen en onderweg eten, wat er te eten valt. Zo naderen ze geleidelijk de bergen en tegen de nazomer zijn ze hoog in de bergweiden aangekomen tot boven de boomgrens. 
Maar met het naderen van de herfst gaat de kudde weer naar lager gelegen gebieden gebracht in verband met de sneeuw. Tegen het eind van de herfst zijn ze weer terug bij hun thuis, waar ze de winter doorbrengen. 
Dit gedeelte van de jaarlijkse cyclus wordt in de tweede helft van de psalm beschreven.



David die ook herder was, kende dit alles. Hij wist te vertellen over alle moeilijkheden en gevaren die er waren van kolkende bergstromen, lawines, grondverschuivingen, giftige planten, roofdieren, die er op uit waren om een schaap uit de kudde te halen of de verschrikkelijke sneeuw- en hagelstormen. Hij was op alles voorbereid. Hij moest de kudden veilig door dit alles heenbrengen en dat deed hij in afhankelijkheid met Hem. 
'Ik zal niet vrezen, want Gij zijt bij mij...'

Hoe gaat dat met Gods kinderen?

Op het smalle oneffen pad van het leven van een kind van God is het niet anders dan een eenvoudige herder. Je kunt alleen maar hogerop komen door vanuit de diepte van de dalen zelf omhoog te klauteren. Elk berg heeft zijn dal. De hellingen dragen de diepe littekenen van peilloze diepten en spleten. En de beste weg naar de top is altijd via de valleien.
Je gaat door donkere dalen. In de psalm staat ook 'al ging ik ook in een dal van de schaduw des doods.' Er wordt niet gezegd, dat wordt mijn einde, nee ik ga door...

Vaak wordt dit vers gebruikt als troost voor hen, die inderdaad door de vallei van de dood gaan. Maar zelfs hier, betekent de dood voor een kind van God, zeker niet het einde maar een leven tot in eeuwigheid met een nog veel dieper contact  met Christus. De dood is slechts het dal van de schaduw van de dood, dat uitmondt in een voor eeuwig verenigd zijn met God. Het is dus niet iets om angstig voor te zijn, maar het is een ervaring, die men nu eenmaal moet doormaken op weg naar een ander en rijker leven om bij de Heere te zijn.
De Goede Herder weet dit. Het is één van de redenen, waarom Hij ons gezegd heeft: 'Ziet, Ik ben met u.' Altijd! Ja, zelfs in de vallei des doods. Wat een troost en blijdschap!


Valleien
Voor ons, die nog een poosje op aarde moeten blijven, is nog een taak weggelegd, hier en nu. Er zijn nog steeds valleien, waar we doorheen moeten. En dat hoeven echt geen doodlopende wegen te zijn. De teleurstellingen, de frustraties, de ontmoedigingen, de dilemma's, de donkere en moeilijke dagen behoeven, hoewel ze zeker dalen van schaduwen des doods zijn, beslist nog geen rampen voor ons te betekenen. Ze kunnen de weg zijn naar een hogerop gelegen grond, de weidegronden, waar we in direct contact met God zijn. 
Elke keer als ik weer door zo'n dal ga moet ik me realiseren: U brengt mij op de beste weg om hogerop te komen, dichterbij U. Als ik Hem dan kan danken voor deze moeilijkheden en donkere tijden, dan ontdek ik tegelijkertijd dat Hij bij mij is in mijn ellende. Mijn angsten en bange twijfels maken dan plaats voor rust en vertrouwen in Zijn zorg en bescherming.
Dat dit alles voor mijn bestwil gebeurt, omdat Hij bij mij is in de diepe dalen en dat alles in Zijn hand is. En dat maakt alles dragelijker.

Er is nog een reden waarom schapen over de lage paden door de dalen worden geleid naar de bergtoppen.  Het zijn de paden van de minst steile hellingen, maar het zijn ook de meest vochtige paden. Overal vind je er fris en helder water door de stroompjes en bronnen en in de diepere bergkloven. In de zomermaanden kunnen de lange trektochten erg warm en vermoeiend zijn. De kudden krijgen erg last van dorst en daarom is het een uitkomst dat er vrij regelmatig drinkplaatsen zijn.

Voor een kind van God komen we tot de ontdekking dat juist in de diepten en valleien van ons leven we de verkwikking van God zelf krijgen. Pas wanneer we mét Hem door heel zware moeilijkheden zijn gegaan, komen we tot de ontdekking, dat onze dorst in Hem gelest wordt, juist middenin onze ellende. Als God komt in het dieptepunt van onze wanhoop en Hij geeft ons de innerlijke kracht en weerstand door Zijn Heilige Geest, dan komt er zo'n overgave tot Hem en voel je je zo klein dat Hij zo naar je om wilt zien. Dan gaan wij er ook van getuigen, wie Hij voor ons wil zijn. En God wil onze dieptepunten vaak gebruiken tot troost voor een ander. 


Een andere reden dat een herder zijn kudde het liefst door de dalen naar hoger gelegen weidegronden voert, is dat bijna het beste en meeste voedsel  langs deze route wordt aangetroffen. De kudde wordt kalm en langzaam verder geleid; ze wordt nooit opgejaagd. Want er zijn ook lammeren bij, die deze weg nog niet kennen.
Voor de herder is het uitkijken naar de prairiewolven en beren en wolven, die dekking kunnen vinden in de scheuren en spleten van deze steile hellingen en van daaruit hun prooi kunnen bespringen. Ook kunnen er hevige stormen losbarsten en dat er dan steenslag omlaag komt. Er zijn zoveel gevaren, die een kudde bedreigen of een enorme schade kunnen aanrichten.

Onze Herder weet dit allemaal beter dan wie ook als Hij ons mét Hem door dergelijke valleien leidt. Hij weet waar wij de kracht vandaan moeten halen en waar de grazige weiden zijn, ondanks alle dreiging en gevaren om ons heen.
Het is een geweldige ervaring voor elk kind van God om te ontdekken, dat er zelfs in de donkerste vallei een bron van kracht en nieuwe moed kan worden gevonden in God. Zeker als we terugkijken op onze levensweg zien we hoe Hij altijd ons leidde. Hij is zo trouw, dat Hij in alle stormen en tegenspoeden van ons leven ons kracht geeft om door te gaan.

Hoe reageer ik daarop? Hoe ga ik er doorheen?

Hoe verwerk ik de rampspoeden, de tegenslagen, die op mijn weg komen? Samen met Jezus Christus zie ik al die dingen onder ogen. Door Woord en Geest word ik geleid. Door de vallei des doods zal ik tot een hoger gelegen weidegrond opklimmen, achter Jezus aan. Zo mag je gezegend worden.







Hij leidt mij (Psalm 23)

2020-04-2609:07

Nelly v/d Bas

Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid, om Zijns Naams wil. Psalm 23 : 3b.

Schapen zijn gewoontedieren

Schapen zijn uitzonderlijke gewoontedieren. Wanneer ze aan zichzelf overgelaten worden, zullen ze steeds dezelfde sporen volgen, ze zullen steeds dezelfde heuvels proberen af te grazen, totdat het woestijngrond is geworden.

Schapen, geen enkel ander soort vee heeft zoveel persoonlijk en zorgvuldige leiding en behandeling nodig. 




De beste bescherming, die een herder zijn kudde kan bieden, is ze constant in beweging te houden. Dat wil zeggen, dat hij ze niet te lang op dezelfde grond moet laten grazen. Regelmatig van het ene in het ander veld verplaatsen, dit voorkomt overbegrazen van de weidegronden. En het voorkomt infectie van de schapen met parasieten, omdat de dieren alweer verdwenen zijn, voordat deze parasieten hun levenscyclus hebben voltooid.
Een goede herder is een herder die zijn schapen naar gezonde en verse weiden weet te leiden. Schapen vinden het trouwens heerlijk om nieuw vers voedsel te vinden. 

Waarom worden wij schapen genoemd?

Het is niet zomaar een inval van God om ons zo te noemen. Onze levenspatronen en levensgewoonten komen erg veel overeen met schapen.
Allereerst wijst de Bijbel ons er op dat de meesten van ons hardnekkig zijn. We gaan het liefst ons eigen gang en volgen onze eigen ideeën. In Jesaja 53 : 6 staat het zo: 'Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een ieder naar zijn weg.' En dat doen we dan ook welbewust, herhaaldelijk en zelfs tot onze eigen schade. Trots en 'op je recht staan' daar heeft het vaak mee te maken. We blijven volhouden, dat we zelf het beste weten wat goed voor ons is, zelfs als de gevolgen negatief zijn. 'Mijn eigen weg gaan' betekent eigenlijk 'doen wat ik zelf wil.' Mijn eigen verlangens voorrang verlenen boven wat God wil, ondanks alle waarschuwingen. In Spreuken 14 : 12 en 16 : 25: 'Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van die zijn wegen des doods.' 
In tegenstelling komt Jezus Christus, de Goede Herder, in vrede bij ons en zegt: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven; Niemand komt tot de Vader, dan door Mij. Johannes 14 : 6. 

Willen we wel de Goede Herder volgen?

Het lastige punt is elke keer weer, dat de meesten van ons niet willen komen. We willen niet volgen. We willen niet 'in het spoor der gerechtigheid' geleid worden. Op de één of andere manier kiezen we altijd tegendraads om onze eigen weg te gaan, ook al voert die ons rechtstreeks naar moeilijkheden. Het hardnekkige en eigengereide schaap dat blijft volharden de platgetreden paden te volgen en te grazen op de oude, onvruchtbare grond zal vermageren op woeste grond. Zo zijn er velen in onze maatschappij, die op allerlei manieren in leven proberen te blijven door inhaligheid en egoïsme. En het laat een spoor van ellende achter zich.
En middenin die chaos komt Jezus Christus en zegt: 'Zo wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, en neme zijn kruis op, en volge Mij. Markus 8 : 34 b.
Maar willen we dat? Wij zingen liederen tot Zijn eer en wij staan hier allemaal achter. Maar als het nu echt zo is 'geleid worden in het spoor der gerechtigheid', dan zijn er maar een handje vol mensen, dat die sporen ook werkelijk willen volgen.
In feite is dit het keerpunt: Het punt waarop de christen met God verder gaat of zich terugtrekt. Er zijn maar weinig echte volgelingen van Jezus Christus. IJverige discipelen, die alles in de steek laten om de Meester te volgen. Het maakt duidelijk dat dit een hard en moeilijk leven is met jezelf verloochenen. Een nieuwe levenshouding. Geen gemakzuchtig leventje. 



Kenmerken van het volgen van de Goede Herder, Jezus Christus.

1. Jezus Christus komt op nr. 1. Zijn liefde tot Hem. En ik ben bereid mijn naaste lief te hebben als mijzelf. Dat wil zeggen, dat ik bereid ben om mijn eigen leven en eigen-ik af te leggen en mezelf in te zetten voor anderen. Dat is n.l. wat God voor ons in Jezus Christus deed. Op hetzelfde ogenblik dat ik doelbewust iets voor God of mijn naaste doe, iets wat een offer van mij vraagt, verspreid ik liefde. (zelfopoffering)
2. I.p.v. het liefst onopvallend door het leven te gaan en precies hetzelfde te zijn en te doen als de rest, ben ik voortaan bereid om mezelf eruit te laten lichten, dus om afgezonderd te worden. De meeste mensen zijn kuddedieren. Als je er voor uit wilt komen dat je er één van Hem bent betekent dat automatisch een flinke dosis kritiek, sarcasme van andere mensen. Velen willen dat niet. Evenals Hij een Man van smarten was, kan dat heel goed ook ons deel worden.
3. I.p.v. op mijn recht te staan, ben ik nu ten behoeve van anderen bereid om de mindere te zijn. Zelfverloochening. Bereid om niet altijd je gelijk te willen halen en het laatste woord te willen hebben. Het is het losweken van het eigen-ik in zo'n houding. Je wordt vrijgemaakt van de boeien van zelfhandhaving en eigendunk. 
4. I.p.v. de baas te spelen, ben ik bereid de minste te zijn.  Als het streven naar zelfhandhaving plaats gaat maken voor het verlangen naar God én je naasten te dienen, vind je je rust in grazige weiden, want je legt alles in Zijn handen en Hij beslist over alles. 
5. I.p.v. overal op te vitten en voortdurend te vragen 'Waarom?' ben ik voortaan bereid om wat er gebeurt in het leven in dankbaarheid te aanvaarden. Wanneer je werkelijk gelooft, dat je hele leven in Gods handen is, dan zal je elke gebeurtenis, of die nu fijn of erg is, aanvaarden als onderdeel van Gods plan. En weten dat Hij alles doet voor ons bestwil.
Dat geeft je vrede, rust en kracht van Hem, zodat je ook bestand bent tegen elke situatie.
6. I.p.v. mijn eigen wil door te drijven, leer ik mij te schikken naar Zijn wensen. Je wil staat in dienst van Zijn wil. Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede. 
7. I.p.v. mijn eigen weg te kiezen, wil ik voortaan de weg volgen, die Christus aanwijst, door dat te doen, wat Hij van mij vraagt, dus oprechte gehoorzaamheid. Ik ga waarheen Hij me wil hebben, Ik zeg wat Hij mij in de mond geeft. Ik doe wat Hij van mij vraagt. Ik handel en reageer op de wijze, waarvan Hij zegt dat het zowel in mijn eigen bestwil is als ter ere van Zijn grote Naam. 




Er zijn weinigen, die de wil of het besluit kunnen opbrengen om het gevraagde ook echt te doen. Wie wel bereid is om te gehoorzamen zal ervaren dat hij in grazige weiden is beland, die hem of haar en vele anderen een wereld van zegen doorgeven.

Het zal de Goede Herder grote blijdschap brengen.
Hij wil graag dat we allemaal met Hem optrekken, dat wij met Hem wandelen, voor onszelf en voor onze naasten. 
We kunnen dit door de Heilige Geest, die wordt gegeven aan allen, die Hem gehoorzamen.




Hij verkwikt mijn ziel

2020-04-1208:20

Nelly v/d Bas

Hij verkwikt mijn ziel

Als we deze Psalm goed lezen zien we dat hier een schaap aan het woord is, dat verzorgd wordt door de Goede Herder.

Je kunt je afvragen of het verkwikken van je ziel nodig is, wanneer je onder de hoede van de Goede Herder bent. En toch is dat zeker nodig. Zelfs David, de dichter van deze Psalm wist er van om teneergeslagen en bedrukt te zijn. Hij had nederlagen gekend in zijn leven en kende frustratie over het feit dat hij voor de verleiding was bezweken. David was vertrouwd het het gevoel van hopeloosheid en had geen kracht uit zichzelf. Zo roept hij het uit in Psalm 42 : 6 'Wat buigt gij u neder, o mijn ziel, en zijt gij onrustig in mij? Hoop op God...



 Een schaap kan niet zonder zijn herder (Zijn Herder)

Een schaap heeft zoveel zorg en liefde nodig. Het brengt zichzelf zo vaak in gevaarlijke situaties, dat als de herder er niet was en het zag en er niet wat aan deed, het reddeloos verloren was.

Het feit wanneer een schaap op zijn rug terecht komt, komt hij niet meer terug. Hij rolt heen en weer, ligt te trappelen in angstige spanning, maar kan uit zichzelf niet terugkomen, daar heeft hij de herder bij nodig.
Als de herder niet snel ingrijpt en het dier op zijn poten zet, dan kan het uiteindelijk sterven.





Je hebt bepaalde schapen, die dat regelmatig hebben. Dat geeft de herder extra zorg. Hij houdt ze extra in de gaten. Maar hij is niet de enige die die schapen in de gaten houdt. Roofdieren hebben het ook vaak voorzien op zo'n kwetsbaar schaap. Buizaards, aasgieren, honden en prairiewolven azen er op. 

Zo is het ook geestelijk. De Goede Herder moet altijd Zijn ogen over de kudde laten gaan, om te zien waar Hij te hulp moet schieten. Hij ziet alles, niets ontgaat Hem. Hij ziet ook de vijanden en komt Zijn kinderen te hulp als ze Hem aanroepen in de nood. Hij ziet om naar gevallen mensen, die om wat voor reden ook voor verleidingen bezweken zijn. Hij veroordeeld ze niet, Hij zegt alleen zondigt niet meer. Hij ontfermt Zich over armen, over mensen, voor wie geen plaats is in deze maatschappij. Hij ontfermt Zich over gevangenen, over zieken, over gebrokene, de verguisden, mensen, waar wij misschien aan voorbij zouden lopen. God neemt zwakken aan en maakt ze sterk. Wie smerig is, maakt Hij schoon. Wie waardeloos was, geeft Hij waarde. Hij neemt zondaars aan en maakt ze vrij!

Wat zijn we zonder Jezus Christus? En wat kunnen we een hoop van Hem leren!
We staan zo gauw boven die ander, maar wie zijn wij? Wie ben ik?
Dan raken we juist aan het wankelen als we zo zelfverzekerd zijn van onszelf. Paulus waarschuwt de gemeente in 1 Korinthe 10 : 12 hiervoor: 'Daarom wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle.' Daar moeten we voor waken. We kunnen niet zonder Herder, niet zonder Jezus Christus, dus het is zo belangrijk om bij de Herder te blijven.

Nog een reden wanneer een schaap op zijn rug beland.

Er is nog een reden wanneer een schaap snel op zijn rug beland. Soms is n.l. zijn vacht te dik, het wordt dan topzwaar. Het beste is dan gelijk het te scheren. Dat vindt het schaap meestal niet leuk en het is een heel karwei voor de herder, maar het is wel gelijk van zijn dikke vacht, die vol met modder, drek en teken zit, in één klap bevrijd.


In de Bijbel wordt het woord 'wol' vaak in verband gebracht met 'het oude ik leven van een christen' Het is het symbool van mijn innerlijk levenshouding, mijn eigen verlangens, hoop en eerzucht. Het deel waarin ik bezit, zelfhandhaving, naijver, enz. mijn leven beheersen. Vele christenen hebben het aardig voor elkaar in zaken of in een mooie baan en ze hebben een soort zelfverzekerdheid over zich of er niets stuk kan gaan. Ze hebben een houding van wie doet me wat? Maar daar schuilt wel het gevaar. Materieel succes is geen maatstaf voor geestelijke gezondheid. God ziet het hart aan. Hij wil dat we niet roemen in onszelf of wat wij hebben. Het is alles van Hem. Stuk voor stuk zijn het aardse dingen, die door hun gewicht kunnen neerdrukken. Zo zal God bij ons het mes erin zetten in ons 'prettige' oude leventje. Een nare ervaring, waar we vaak best tegen kunnen stribbelen en waar we misschien ook nog wel wonden van oplopen, maar wat een verlossing om verlost te worden van je eigen ik. Een vernieuwing.

De Goede Herder draagt zorg voor Zijn schapen

De Goede Herder draagt zorg voor Zijn schapen, Hij heeft ze lief. 
De kracht, die nodig is om het leven aan te kunnen en de ommekeer die in het leven moet plaatsvinden in de mens, kan je alleen krijgen door geduld en volharding vanuit Zijn genade en liefde. Dit is een onderdeel voor ons leven. 
Hij leert je in Zijn wegen te wandelen achter Hem aan en te luisteren naar Zijn stem.
Zo groei je in geloof en vertrouwen steeds dichter naar Hem toe. 

Je geloof en vertrouwen in Zijn leiding worden er alleen maar door versterkt, overal waar je doorheen moet. Hij leidt je door Zijn Woord en Geest.

God heeft je zo lief, dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon, Jezus Christus gegeven heeft aan de kruisdood, opdat een ieder die in Hem gelooft eeuwig leven mag hebben.

Jezus Christus stond op uit de dood. De dood kon Hem niet houden. Hij is het Leven!
En in Hem vinden wij Het Leven en mogen wij eeuwig leven.






Pasen vandaag. Christus is waarlijk opgestaan! Hallelujah!

De Goede Herder, die Zijn  leven gaf voor Zijn schapen, Hij leeft! 
Hij verkwikt mijn ziel! Die van jou ook?

Gezegende Paasdagen toegewenst.







De Heere is mijn Herder

2020-03-2907:27

Nelly v/d Bas

Psalm 23

Deze Psalm kent bijna iedereen. Er wordt veel over geschreven en wordt veel gezongen op verschillende manieren. 



De Psalm zelf is ook zo bemoedigend en versterkend voor degenen die God liefhebben. 
En het mooie van deze Psalm is dat je i.p.v. het woordje 'mijn' of 'ik' je eigen naam in kunt vullen of als je bij iemand op (zieken)bezoek bent haar/zijn naam in kunt vullen. En dat zo hardop voor te lezen. 



Nu had ik beloofd voor de groep 'bemoedigingen' om Psalm 23 meer uit te leggen in dit blog en dat hoop ik nu met Gods hulp te gaan doen.

Psalm 23 is door David gemaakt en door Gods Geest geïnspireerd.

Het is een bemoedigende Psalm.

De Heere is mijn herder, mij zal niets ontbreken. (vers 1)

God is Davids herder en daarom zal hem niets ontbreken, dat goed voor hem is. David was zelf ook herder van zijn schapen. Hij weet maar al te goed wat het is om een herder te zijn. Maar Hij noemt God zijn Herder, Hij de Herder voor wie niets teveel is en geen moeite te groot in de verzorging van zijn kudde die Hij liefheeft en verzorgt. Hij geeft alles wat Hij heeft.




God zorgt voor Zijn kinderen; Degenen, die Hem liefhebben en gekocht en betaald zijn door het bloed van Jezus Christus. Hij heeft hun zonden afbetaald door te lijden en te sterven aan het kruis van Golgotha. God roept je bij je naam en wanneer je dan komt ga je je zonden belijden voor Hem. Hij neemt je aan als Zijn kind en Zijn Geest komt in je hart wonen.
Hij zorgt voor Zijn schapen (kinderen) en kent ze door en door en Hij roept ze ook bij hun naam. Hij zorgt voor de lammetjes, die bij de moeder nog hun melk drinken. Hij zorg voor ze als ze groter worden. Hij zoekt ze op wanneer ze weglopen. Bevrijdt ze wanneer ze verward in de struiken (ergens verward in zitten of gebonden zijn) zitten. Hij verbindt hun wonden zodat ze genezen. Hij wil ze beschermen. Zo is Hij onze Herder, zo mogen we Hem ook noemen. En zo mogen we ook op Hem vertrouwen! Als Hij onze Herder is, dan zal ons ook niets ontbreken. Daar wordt mee bedoelt, dat in alles voorzien wordt, wat we nodig hebben.
Hij laat Zijn ogen gedurig over Zijn kudde gaan. Dag en nacht heeft Hij alle aandacht voor je leven en je welzijn.

Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; (vers 2a)

Het typische van een schaap is dat ze niet zo gauw gaan liggen in een veld. Door hun schuwheid weigeren ze vaak om te gaan liggen, tenzij ze volkomen kalm en zonder angst zijn. Wat ook belangrijk is dat ze alleen gaan liggen als hun geen wrijving met hun soortgenoten te wachten staat. Ook kan het zijn, dat ze niet gaan liggen, als ze worden geplaagd door vliegen en parasieten. En wanneer ze hongerig zijn.
Het is dus belangrijk dat ze helemaal vrij moeten zijn van angst, spanning, ergernis en honger. De schaapherder alleen kan voor volkomen bevrijding  van die spanning en onrust zorgen. Het hangt dus helemaal af van de inzet van de schaapherder. Wat de schapen rust brengt is de aanwezigheid van de herder. 



Zo is het ook in het geestelijke. Jezus Christus kan ons laten neerliggen in grazige weiden. Hij kan er voor zorgen dat alle onrust en angsten  en wrijvingen en vijanden bij ons vandaan blijven. Maar zodra men denkt dat de Herder niet in de buurt is, is er onderling onrust en ruzie en jaloezie, maar zodra ze weten dat de Herder er weer is, dan valt alles weg. Dan is het er niet meer. Zo mag je ook alles bij de Herder brengen van wat je onrustig maakt.

De Herder geeft ons voedsel van het Woord, de Bijbel. Om te lezen en het te herkauwen. Goed tot ons door te laten dringen en te bewaren in ons hart. En we ervaren het meeste rust als we mogen ervaren dat Hij bij ons is en dat Hij over ons waakt.

Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren. (vers 2b)
Het vinden van water is ook de taak van de herder. Die weet het beste waar water te vinden is voor zijn schapen. Als schapen dorst hebben worden ze onrustig en gaan ze op zoek naar water. Als ze dan niet geleid worden naar helder en schoon water, dan zullen ze drinken van troebel water, waar allerlei parasieten en bacteriën in zitten. Dat krijgen ze dan binnen. Ze krijgen dan vak leverbot ziekte.
Op dezelfde manier ons duidelijk gemaakt dat we onze dorst alleen kunnen lessen bij de enige goede bron Jezus Christus Zelf. Hij zei Zelf 'Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke.' Drinken betekent in geestelijk opzicht, innemen, aannemen, geloven. 

In Israël waren er drie mogelijkheden in die tijd voor water.
De dauw op het gras, diepe putten, of bronnen en stroompjes.
Veel mensen weten niet, dat schapen het maandenlang kunnen volhouden, vooral als het niet te warm is zonder echt te drinken, uitsluitend door de morgendauw op het gras.
Normaal beginnen schapen even voor zonsopgang al te grazen en juist in die vroege morgenuren is alles doordrenkt van de dauw, zodat de schapen voldoende vocht binnen krijgen. Ze grazen op de juiste tijd, zoals God het ze ingegeven heeft.


In het leven van een christen is het niet anders. Je kunt het beste vroeg opstaan om stille tijd te nemen om je te sterken aan Gods Woord. Dan ben je helder in je hoofd en is het rustig om je heen, zodat je niet afgeleid wordt door alles, zodat je het levende water van Jezus Christus voor die dag in kunt drinken. Vanuit deze tijd met God samen in je leven kom je verfrist naar geest en verstand te voorschijn. De dorst is gelest en het hart is rustig in God.




Vele christenen doen dat niet en laven zich aan nepbronnen, waar ze innerlijk geen rust zullen vinden en onrustig blijven zoeken naar een andere bron, waar ze gelaafd kunnen worden. Maar de dorst kan alleen in God en door Woord en Geest gelaafd worden. Hij leidt ons dan telkens weer aan rustige wateren.


Het was eigenlijk mijn bedoeling om heel Psalm 23 te doen, maar het wordt veel te lang. Dus hoop ik de volgende keer hiermee verder te gaan, zo God het geeft.

In deze moeilijke tijd waarin we leven, waarin velen in angst leven mogen we rust vinden in God en zo ook in Zijn Woord. De angsten en onze zorgen mogen we bij Hem neerleggen. God is een Hoorder van het gebed.  











Redt God vandaag ons ook nog?

2020-03-1511:33

Nelly v/d Bas

Hulpgeroep

Het volk Israël is vertrokken uit Egypte. 
Niemand wordt gemist. Iedereen is op de been en zo komen ze bij de Rode Zee.
Maar er schuilt gevaar.
Achter hen zien ze de wagens met de Egyptenaren erop, aankomen.
En voor hen is de Rode Zee.
Ze zijn zo bang. Ze roepen tot de HEERE en zeggen tegen Mozes: 'Waarom heb je ons hier gebracht, dacht je dat er in Egypte niet genoeg graven waren, zodat we in de woestijn moeten sterven?' Maar Mozes wist al dat Farao en zijn leger er aankwam, want dat had God al tegen hem gezegd. 
Mozes zegt tegen het volk: 'Vreest niet, staat vast, en ziet het heil des HEEREN, dat Hij heden aan u doen zal, want de Egyptenaars, die gij heden gezien hebt zult gij niet weer zien in eeuwigheid. De HEERE zal voor u strijden, en gij zult stil zijn.'
















Hoe is dat voor ons?
Zijn wij ook op weg naar het Beloofde Land?
Door God uit het diensthuis uitgeleid om de Heere alleen te dienen.
Wanneer we op weg zijn komen we er achter dat er overal vijanden zijn.
Voor ons, dat er geen gebaande weg is. Waar moeten we heen?
Achter ons, mensen die het op ons voorzien hebben. 
Of omstandigheden, die ons dreigen in te halen.
Ziekten, coronavirus?

Hoe reageren wij? 
We roepen tot God en tegelijkertijd verwijten we mensen van alles en nog wat, om ze aan te klagen, dat die de schuld zijn.
God spreekt ons door Zijn Woord en door getuigenissen door Zijn Geest, dat we niet bang hoeven te zijn. De HEERE zal voor u strijden, en gij zult stil zijn, vertrouw op God, op Hem alleen. Van Hem moeten we het verwachten. Niet van mensen.
Lees Psalm 91 maar eens wat God daar zegt.

God spreekt tot Mozes

Mozes bidt. Maar God zegt tegen Mozes: 'Wat roept gij tot Mij? Zeg de kinderen Israëls, dat zij voorttrekken.' En hij krijgt instructies wat hij moet doen. Hij moet zijn staf omhoog doen en zijn hand over de zee uitstrekken. En dan de zee door midden splijten, zodat het volk verder kan. Mozes gehoorzaamt. De HEERE laat een sterke oostenwind waaien om de zee weg te laten gaan, die nacht, Hij maakte de zee droog en het water werd door midden gebroken. Zo ontstond aan allebeide kanten een muur van water. 
Voor God is niets te wonderlijk! 
En de Engel Gods, Die voor het volk van Israël ging, vertrok en ging achter het volk. En de wolkkolom ook. Ze kwamen tussen het volk Israël en de Egyptenaren in te staan.
En de wolk was tegelijk duisternis voor de Egyptenaren en licht voor de Israëlieten. Zodat de één de ander niet kon naderen. 
De Egyptenaren volgden de Israëlieten ook de Rode Zee in.



Gehoorzaamheid

God vraagt van ons gehoorzaamheid. Niet dat wij alleen bidden, maar ook doen wat God van ons vraagt. En als wij dat doen, dan staan we ook onder Gods bescherming. 
Maar wanneer we Hem niet gehoorzamen en tegen Hem ingaan. Niet willen luisteren naar Zijn roepstem om tot Hem te komen en je zonden te belijden. En je naasten niet wil helpen, niet nederig wil zijn en vergeven. Niet Gods wil willen doen en rein willen wandelen, dan zal God ook niet naar jou horen. Wanneer je niet in woord én daad het geloof in Jezus Christus uitdraagt is het een leeg omhulsel. Lees Gods Woord en gehoorzaam Hem als Hij je iets vraagt. 
Daarin ligt Zijn bescherming en zegen.

De volgende morgen

De morgen is gekomen en God zag vanuit de wolkkolom op het leger van de Egyptenaars. 
En Hij liet ze schrikken. Hij raakte de wielen van hun wagens aan, zodat ze er afvielen, zodat ze moeizaam verder konden gaan. 
Toen zeiden de Egyptenaren tegen elkaar: 'Laten we vluchten want de HEERE strijdt voor het volk Israël.'

God redt

Dan krijgt Mozes de opdracht om zijn hand weer over de zee uit te strekken, zodat het water over de Egyptenaren, over hun wagens en hun ruiters zouden gaan.
En Mozes gehoorzaamde.
Het water keerde weer in zijn oorspronkelijke staat en bedekte de wagens en de ruiters van het hele leger van de Farao, die hen nagevolgd was in de zee en er bleef er niet één over.
Maar de Israëlieten waren allemaal op het droge.
Zo verloste de HEERE Israël op die dag uit de hand van de Egyptenaren.
En Israël zag de Egyptenaars dood aan de oever van de zee.
Ook zag Israël de grote hand van de HEERE die hun bewaard had en hun gered had uit al hun benauwdheden.





Redt God ons ook?

God kan en wil ons redden, wanneer we ons vertrouwen op Hem stellen.
Hij wil ons redden van al onze vijanden, van al onze benauwdheden op Zijn tijd.
En Hij doet dat op Zijn manier, die het allerbeste is.
God vraagt alleen geloof en vertrouwen en gehoorzaamheid om naar Zijn wil te leven.
En wanneer wij dat mogen doen, in vallen en opstaan, want wij zijn mensen, dan zal Hij voor ons strijden!

5
>